Een project van

In gesprek met de architecten van de Groene Loper: Rik Martens


Het vastgoedprogramma aan de Groene Loper bestaat uit meer dan alleen woningen. Zo komt aan de zuidelijke Groene Loper, Le Sud, op de kop van de bebouwing langs de Kennedysingel, een zorggebouw met eenenveertig woningen voor dementerende senioren. De architect daarvan is Rik Martens. Hij vertelt dat het ontwerpen van een zorggebouw anders is dan het ontwerpen van woningen. Zo speelt het efficiënt zorg kunnen verlenen een centrale rol. Ook ontbreken aan het gebouw balkons, wat nieuwe kansen biedt om te variëren in het gevelbeeld. Daarbij streeft Martens er, zoals in al zijn ontwerpen, naar dat ‘zijn’ gebouw iets toevoegt aan de omgeving. 

Gescheiden
Rik Martens is de kantoorgenoot van Fred Humblé, die eerder werd geïnterviewd in deze serie (lees hier het interview). Samen met Maikel Willems vormen zij de partners van het Maastrichtse bureau Humblé Martens Willems architecten. Ze werken alle drie aan projecten aan de Groene Loper, waarbij Martens en Willems gescheiden werken van Humblé. Die is immers ook supervisor van de vastgoedprojecten aan de Groene Loper. Samen met Edzo Bindels bewaakt hij namens de opdrachtgever of deze passen in het oorspronkelijke stedenbouwkundige masterplan voor de Groene Loper. ‘Bij dit zorggebouw is Fred dus mijn supervisor’, aldus Martens. ‘Daarom bemoeit hij zich niet met mijn ontwerp. Dat zou ook te veel lijken op de slager die zijn eigen vlees keurt.’

Gegroeid van zeven naar twaalf
Martens werkt sinds 2002 bij het bureau, eerst als assistent-ontwerper, later als architect en sinds begin 2020 als partner. Martens studeerde aan de TU Eindhoven en werkte gedurende zijn studie bij het Maastrichtse bureau van Jo Janssen. Na zijn afstuderen werkte hij kort bij het Eindhovense bureau Marx&Steketee, waarna hij in 2002 bij Humblé begon. ‘Fred ging les geven aan de RWTH in Aken, waardoor er op zijn bureau ruimte kwam voor een ontwerper. Ik heb gesolliciteerd en ben aangenomen. Naast mijn ontwerpwerk heb ik vanaf 2002 ook vijftien jaar lesgegeven aan de Academie voor Bouwkunst in Maastricht.’
Tegenwoordig concentreert Martens zich volledig op ontwerpen. Humblé Martens Willems architecten heeft het namelijk druk. Het afgelopen jaar groeide het bureau van zeven tot twaalf mensen, vertelt Martens. ‘Dat komt deels omdat verschillende van onze projecten nu tot uitvoering komen. Daarbij gaan we vanuit het stedenbouwkundig plan naar concrete projecten. Het ontwerpwerk daarvoor is een stuk intensiever. Zo ontwerpen we nu gebouwen in onder meer Heerlen en verschillende Brabantse gemeenten.’

Ontwerpend onderzoek
In het eerdere interview in deze serie vertelde Fred Humblé al over de filosofie van het bureau van hem, Martens en Willems. Martens komt er in zijn eigen woorden kort op terug. Hij benadrukt het grote belang dat Humblé Martens Willems architecten hecht aan ontwerpend onderzoek. ‘Wij onderzoeken altijd uitvoerig hoe ons ontwerp past in de omgeving. Dat doen we concreet door op verschillende schaalniveaus maquettes uit te werken. Op een schaal van 1:500 kun je goed zien hoe een gebouw werkt in de wijdere omgeving. Bij een verdere uitwerking op 1:200 zie je hoe het werkt op straatniveau. Zo werken we bij haast alle ontwerpen drie maquettes uit. We doen dat om te testen hoe de massa van ons ontwerp zich voegt in de omgeving. Verder onderzoeken we altijd de geschiedenis van de architectuur van een plek, omdat we graag willen voortbouwen op de schouders van het verleden. Ons doel is altijd dat ons ontwerp de omgeving beter maakt.’ 
Naast de nadruk op ontwerpend onderzoek kenmerkt de benadering van Humblé Martens Willems architecten zich ook door samenwerking. ‘We zijn geen architecten die een ontwerp op tafel gooien en vinden dat anderen dat maar moeten uitvoeren. Door nauw samen te werken met de aannemer en opdrachtgever zorgen we ervoor dat het ontwerp overeind blijft, maar ook logisch en uitvoerbaar wordt.’

Efficiënte zorg
Deze benadering volgt Martens ook bij het zorggebouw op de kop van de bebouwing aan de Kennedysingel in Le Sud. Het wordt volgens plan overgedragen aanAmvest, die in samenwerking met het zorgconcept van Het Gastenhuis in Nederland een zorgformule uitrolt. Het gebouw is het veertiende in de reeks en bestaat uit twee delen voor cq.  twintig en eenentwintig woningen. Elk deel bestaat uit een grote gemeenschappelijke woonkamer op de begane grond met per bewoner een kamer met kitchenette en badkamer, verspreid over drie bouwlagen daarboven. De senioren worden verzorgd door een zorgechtpaar dat in het gebouw zelf woont. Het dak heeft een opbouw met een kantoortje en verzorgingsruimtes.
Een van de belangrijkste uitdagingen bij de indeling van het gebouw is volgens Martens om ook voor het zorgechtpaar een aantrekkelijke woonruimte te maken, met voldoende privacy ten opzichte van de medebewoners. Tegelijkertijd moet de zorgverlening zo efficiënt mogelijk kunnen verlopen. ‘De verzorgers moeten bijvoorbeeld snel van het ene in het andere deel van het gebouw kunnen komen. En als zij in de gemeenschappelijke woonkamer de maaltijd bereiden, moeten zij zicht kunnen houden op de bewoners. Zo krijg je uiteraard een andere indeling dan in een woongebouw.’

Gevels met reliëf
Anders is ook dat aan het zorggebouw geen balkons komen. De bewoners hebben grote gemeenschappelijke tuinen op de begane grond. Martens vindt het wel prettig eens zonder balkons te ontwerpen. ‘Je moet dan andere manieren vinden om in de gevels reliëf aan te brengen. Aan de Kennedysingel gebeurt dat met de roosters rond de ramen die het geluid absorberen. De andere lange gevel krijgt een licht golvende vorm. En voor het overige brengen we variatie aan door te spelen met de metselwerkpatronen.’
Martens heeft ook hier goed gekeken naar hoe het zorggebouw wordt opgenomen in de omgeving. Het is de reden waarom het dak een opbouw heeft. ‘Daarmee krijgt het gebouw, gezien vanaf het oosten, een accent. Dit is uitgelijnd op de invalsweg vanuit Margraten, waarmee het ook een opmaat biedt voor de hoge woontoren verderop in Le Sud. Daarnaast hebben we de kleur van onze bakstenen afgestemd op die van de naastgelegen nieuwe woongebouwen, Amélie en  Jolie. De stenen hebben eigen kleurnuances, maar komen uit dezelfde fabriek. Daardoor vormen de diverse gebouwen in deze straatwand toch één geheel.’

Beoordelen op de context
Net als bij haast alle andere gebouwen aan de Groene Loper komt ook het ontwerp van Martens deels tot ontwikkeling in gezamenlijke ontwerpsessies. ‘Ik vind dat een hele goede werkwijze’, besluit hij. ‘Het is fijn te weten wat de buren doen. In veel projecten worden gebouwen alleen op zichzelf beoordeeld. Hier aan de Groene Loper worden ze ook beoordeeld in hun context en als onderdeel van het grote geheel. Zo bevorder je dat een gebouw daadwerkelijk iets toevoegt aan de stad en de omgeving.’


Deel dit artikel:

Inloggen


Account aanmaken

Heeft u nog geen account, dan kunt u zich registreren als belangstellende.

Account aanmaken